Bij het investeren van geld wordt meestal gekeken naar het verwachte rendement. Het bijbehorende risico en de kosten worden doorgaans ook bekeken, maar staan al ietsje achter in de rangorde. Een ander onderdeel is liquiditeit, maar wordt hier wel voldoende aandacht aan besteed?
Bij Affluent zien wij het als onze taak om onze vermogende klanten optimaal te begeleiden bij het inrichten van hun vermogen. Door onze onafhankelijke, objectieve rol en de vele contacten met financiële instellingen kunnen we de juiste partijen bij onze klanten aanbieden. Het instappen gaat daarmee voorspoedig en bijna altijd zijn de ontwikkelingen in de investeringen conform planning en verwachting. Echter…
Helaas is het leven niet allemaal rozengeur en maneschijn. Als vermogende Nederlander heb je soms ook te maken met tegenslagen en moeten gedane investeringen liquide gemaakt worden omdat:
- er sprake is van echtscheiding (relaties lopen stuk en het gezamenlijke bezit moet worden verdeeld);
- ondernemers financieel in zwaar weer komen (failliet dreigen te gaan);
- kinderen geholpen moeten worden (woningen, studieschuld);
- mensen komen te overlijden (erfenis verdelen, erfbelasting voldoen);
- etc.
Kortom, vervelende situaties waarop het prettig is als je zonder teveel gedoe aan je geld kan komen en de investeringen weer liquide kunt maken.
Ondergeschoven kindje
Helaas blijkt dat veel investeringen lang niet zo liquide te zijn als vooraf gedacht. Dit heeft verschillende oorzaken. Veel investeerders denken er niet eens over na en kijken alleen naar het positieve verwachte rendement. Vaak wordt het door de aanbieders ook niet actief onder de aandacht gebracht en staat de exit-clausule ergens ver weg verstopt in de kleine lettertjes. Een enkele investeerder denkt er wel over na, maar besluit dat het met een exit niet zo’n vaart zal lopen.
Kortom, in de praktijk is de eventuele exit-strategie nogal eens ondergeschoven kindje.
Hoe liquide zijn de beleggingen?
Beleggingen op de beurs
Veel investeringen zijn perfect liquide te maken: het opnemen van spaargeld en het verkopen van dagelijks verhandelbare obligaties of aandelen op de effectbeurs zijn prima te doen. Het is heerlijk transparant en overzichtelijk. Evt. kostenstructuren bij de verkoop van beleggingen zijn ook duidelijk. Zelfs het verkopen van een dure auto of eigen woning is doorgaans goed te doen. Hierbij is op voorhand goed in te schatten hoe het verkooptraject eruit ziet en wat de uiteindelijke opbrengst zal zijn.
Bedrijfspanden
Het verkopen van een verhuurd bedrijfspand is al een stuk lastiger. Dat gaat weken, maanden of soms zelfs jaren duren. Met welke makelaar ga je zaken doen? Wat doe je als de economie ten tijde van de verkoop ‘op zijn gat ligt’? Of als de gemeente de projectontwikkeling van het pand met enkele jaren traineert? Je merkt dat er bij de verkoop van bedrijfspanden al wat meer komt kijken en hierbij dien je als investeerder rekening mee te houden.
Recreatiewoningen
Hoe snel krijg je een recreatiewoning verkocht? En mag dat wel op de vrije markt? Of ben je verplicht de woning aan de parkbeheerder te verkopen? Daarnaast geldt bij recreatief vastgoed dat die markt toch wel een stuk beperkter is omdat je er doorgaans niet permanent mag wonen.
Verstrekte leningen
De laatste jaren zien wij ook vaak dat vermogende ouders de hypotheek verstrekken aan kinderen, kennissen, etc. Echter, wat betekent dit als je deze lening wilt opzeggen? Oftewel, je wilt je geld terug, omdat je kind de renteverplichting niet kan/wil betalen of omdat je ruzie hebt gekregen? Kan deze persoon de lening wel herfinancieren? Zo ja, tegen welke condities? Hoe hard speel je het spel? Of zie je er toch vanaf vanwege het gezichtsverlies?
Private Equity
Ook in de tegenwoordig populaire assetcategorie Private Equity is tussentijdse verhandelbaarheid een issue. Kort samengevat is Private Equity investeren in beleggingen buiten de reguliere beurzen om. In deze beleggingscategorie gelden doorgaans relatief hoge verwachte rendementen die gepaard gaan met een hoog risicoprofiel. De looptijden zijn vaak langer dan 5/10 jaar. Dat is lang.
Hoe groot is de kans dat je tijdens de looptijd wilt uitstappen? Meestal is de investering in Private Equity een relatief klein deel van het vermogen, maar stel dat je toch tussentijds wilt verkopen? Kan dat dan?
De belangrijkste knelpunten
Tijd:
Op wat voor termijn kan ik uitstappen? Kan ik überhaupt tussentijds uitstappen?
Koper:
Aan wie kan ik verkopen? Moet ik zelf een koper zoeken? Helpt de instelling bij het zoeken naar een koper? Zoja, berekenen zij hiervoor kosten en zijn die vooraf bekend?
Prijs:
Wie bepaalt de (tussentijdse) waarde van de investering. Is dit transparant? Of is het de slager die zijn eigen vlees keurt? Of is het een onafhankelijke derde?
Sommige partijen hebben een speciale regeling bij voortijdig overlijden van de investeerder. Als je dan als particulier investeert kan dat mogelijk prima werken. Echter, hoe gaat die partij ermee om als je vanuit de BV investeert? Immers, de BV is een aparte rechtspersoon en die komt niet te overlijden. De BV blijft dus bestaan. De erfgenamen van de aandeelhouder mogen het oplossen.
Één ding weten we namelijk zeker………
Het overlijden van dierbaren is emotioneel zwaar. Toch wacht de aangifte erfbelasting niet.
Op de site van de Belastingdienst staat het volgende:
Uw aangifte erfbelasting moet bij ons binnen zijn vóór de datum die in de aangiftebrief staat. Deze datum ligt 8 maanden na de overlijdensdatum. U kunt 5 maanden uitstel krijgen.
Kortom, er zijn strakke regels ten aanzien van de aanslag erfbelasting.
Bij grote vermogens is de erfbelasting aanzienlijk. Kinderen die meer dan € 152.368 uit een erfenis verkrijgen van hun ouders worden geconfronteerd met 20% erfbelasting. Neven en nichten zelfs met 40%. Bij grote vermogens vallen de vrijstellingen en de opstartklasse van 10% en resp. 30% in het niet.
Tarieven 2024:
BV: AB Claim
Met de erfbelasting zijn we er nog niet. Er kan ook nog sprake zijn van een Aanmerkelijk Belang (AB) claim. Veel Directeur Grootaandeelhouders (DGA’s) hebben namelijk in de jaarrekening ‘winstreserves’ staan. Op dit bedrag rust nog de zogenaamde AB claim (maximaal 33% in 2024). Het voldoen van deze claim kan enorm beslag leggen op de liquiditeiten/beleggingen.
Verder kan het overlijden er voor zorgen dat er stille reserves vrijvallen. Denk hierbij bv. aan onroerend goed dat in de balans staat met een (veel) lagere boekwaarde dan de commerciële waarde. Het verschil is de boekwinst en dat betekent belasting betalen (Vennootschapsbelasting/AB). Ditzelfde geldt ook als in de jaarrekening een pensioenverplichting vrijvalt door het overlijden van de DGA.
Er zijn dus volop aandachtspunten om de jaarrekening eens goed te analyseren op dit soort zaken. Ben ik wel aan het beleggen met echt vrij vermogen? Of moeten mijn erfgenamen met mijn investeringen in de toekomst een zekere belastingclaim betalen?
Voorbeeld uit mijn praktijk
In de praktijk heb ik een keer een situatie gehad waarbij een man een bedrag van € 400.000 had geïnvesteerd in een Duitse winkelstraat. Zijn vriendin krijgt er na zijn overlijden niet alleen een mooie erfenis, maar ook nog extra kopzorgen bij. Ze wist namelijk van niets…
De vriendin besloot namelijk na verloop van tijd om de investering in de Duitse winkelstraat te liquideren. Ze wilde het geld liquide hebben, omdat ze een flink bedrag aan erfbelasting moest betalen. Daarnaast wilde ze zijn en haar kinderen helpen met de diverse schenkingen. Verder zag ze erg op tegen de taalbarrière en had ze geen affiniteit met het verhuren van vastgoed. Het exploiteren van het vastgoed met onderhoud en onderhandelingstrajecten met huurders vond ze maar niets.
Na vele jaren was het echter nog steeds niet verkocht. Er waren geen partijen te vinden die het belang wilden overnemen. Ze had echter wel veel kosten moeten maken aan diverse adviseurs. Er was veel gepraat, veel onderzocht en na diverse partijen gehoord te hebben was de conclusie dat op dat moment dit commercieel vastgoed moeilijk in de markt lag en dat er slechts 1 partij was die dit tegen een belachelijke lage overnameprijs wilde overnemen.
Op de betreffende locatie was er destijds veel leegstand. Daarnaast had ze het vermoeden dat de lokale bevolking onder een hoedje speelde. Het gevolg was slapeloze nachten. Het bleek voor haar een crime om telkens weer naar Duitsland te moeten gaan om te overleggen met de verschillende partijen.
Gelukkig was in de erfenis ook voldoende liquiditeit ingebouwd, zodat ze ‘gewoon’ de erfbelasting kon voldoen. Maar wat mevrouw als ze niet voldoende liquiditeit had gehad?
Conclusie:
Het mag duidelijk zijn dat bovenstaand voorbeeld niet alledaags is. Maar in de praktijk zie ik veel investeringen voorbij komen waarbij er geen duidelijke exit-strategie is. Of dat er op voorhand te weinig aandacht aan wordt besteed.