Kan je met één miljoen met pensioen? Dat hangt uiteraard helemaal af van jouw situatie. Er is geen eenduidig antwoord op die vraag, maar er zijn maar een paar variabelen die je moet weten om tot het antwoord te komen of de miljoen voldoende is voor een goed pensioen.
Sommige variabelen kan je eenvoudig beïnvloeden, zoals je uitgaven en de kosten van vermogensbeheer. Voor andere zal je een inschatting moeten maken aan de hand van data uit het verleden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de inflatie en beleggingsresultaten.
<iframe src=”https://wealthmanagementservices.nl/affwmuui/afUi.html” style=”border:none;width:100%;min-width:900px;min-height:600px;” title=”Iframe Example”></iframe>
Hieronder vind je deze variabelen en rekenen we voor Jan Modaal uit of hij genoeg heeft aan 1 miljoen om zijn pensioen te betalen. Daarna, doe je het zelf met een handige tool.
Beschikbaar vermogen
Uiteraard is dit voor iedereen anders, maar zoals de titel doet vermoeden beginnen we voor Jan Modaal met een pot van één miljoen.
Uitgaven
Jouw uitgavenpatroon is nu, maar ook in de toekomst, goed te beïnvloeden. Tijdens je pensioen kunnen uitgaven stijgen doordat je meer zorg wilt inkopen maar uitgaven kunnen ook dalen omdat men minder gaat reizen of kleiner gaat wonen.
Voor Jan Modaal gaan we er voor het gemak uit dat zijn uitgaven gelijk staan aan zijn inkomen, een modaal inkomen. Volgens het CPB bedraagt deze in 2024 € 44.000 bruto. (Of dit ook voor jou voldoende is hangt natuurlijk af van jouw gewenste levensstijl.)
Levensverwachting
Nadat je hebt bepaald wat je gemiddeld per maand uitgeeft, is de vraag hoe lang je dat gaat blijven doen. Het CBS publiceert elk jaar de levensverwachting voor de gemiddelde Nederlander. In onderstaande grafiek zie je het verwachte aantal jaren dat je nog te gaan hebt ten opzichte van jouw leeftijd. Een man met een leeftijd van 40, leeft gemiddeld nog 41,6 jaar. Een vrouw leeft gemiddeld 3,7 jaar langer.
Opmerkelijk is dat ook de levensverwachting verschuift. In het algemeen leeft men langer dan zijn of haar levensverwachting bij zijn of haar geboorte. Bijvoorbeeld, de levensverwachting van een man van 49 jaar oud, geboortejaar 1969, was 71 toen hij werd geboren. Inmiddels is de levensverwachting gestegen naar (49 + 33) 82 jaar. Een verschil van 11 jaar!
Als je van de huidige levensverwachting uitgaat is de kans dus groot dat je met een aantal jaar aan uitgaven te weinig rekening houdt.
We passen een veilige marge toe en ronden 33 jaar mooi af naar boven. Met een levensverwachting van 40 jaar houdt Jan eerder iets over dan dat hij te weinig zal hebben.
Netto rendement (op beleggingen)
Het rendement wat wordt behaald op het vermogen is op korte termijn onzeker. Naarmate men langer kan beleggen, met andere woorden als men jonger is, neemt de voorspelbaarheid van het rendement toe.
Er zijn twee belangrijke factoren die het rendement beïnvloeden: het risico en de kosten die het met zich meebrengt om dit rendement te realiseren.
Risico
Rendement en risico gaan doorgaans hand in hand. Een lager risico betekent bijna altijd een lager rendement. De risicometer van de AFM geeft een goede indicatie van het risico dat u loopt met een gespreide effectenportefeuille.
Ondanks die ‘regel’ zijn rendementen nooit gegarandeerd. Daarom rekenen wij voor het gemak met een vast rendement van 4% per jaar.
Kosten
Omdat de verwachte rendementen relatief laag zijn hebben de kosten om het vermogen te laten renderen een enorme impact op het netto resultaat.
Onderstaand een voorbeeld van onze kostenmodule voor iemand die met 1 miljoen gaat beleggen.
De kosten om het vermogen te laten renderen zijn zeer uiteenlopend. Vaak kan men, zonder dat men kwaliteit inlevert, een procent aan kosten besparen. Wat men vergeet is dat dit meer dan 25% van het verwachte rendement kan zijn!!
Het goede nieuws is dat de kostenfactor goed en relatief eenvoudig is te beïnvloeden, het vergt voornamelijk tijd en onderzoek om de exacte kosten van beleggingen boven water te krijgen.
In het voorbeeld gaan we uit van 1% aan kosten, maar let op, dit kan in de praktijk teruggebracht worden naar 0.5%!
Belasting
Tot en met 2016 rekende de belastingdienst met een fictief rendement van 4% over het vermogen. Over deze 4% betaalde men 30% inkomstenbelasting. De belastingdruk was dus 4% x 30% = 1,2% over het vermogen.
Het inkomstenbelastingtarief is verhoogd van 30% naar inmiddels (2024) 36%.
De hoogte van het fictief rendement is afhankelijk hoe de gelden zijn geïnvesteerd. Hiermee is de overheid de spaarder enigszins tegemeot gekomen.
Onderstaande tabel geeft aan hoe de schijven zijn opgebouwd.
De belastingdruk per schijf kwam in 2018 derhalve uit op 0,61%, 1,30% en 1,61%.
De belastingdruk bij een vermogen van 1 miljoen bedroeg over 2017 1,21% voor een alleenstaande.
De belastingdruk kunnen we (beperkt) beïnvloeden door gebruik te maken van fiscale faciliteiten. Een voorbeeld is het beleggen of sparen in groenfondsen.
Voor het overgrote deel van jouw vermogen ontkom je niet aan deze belasting, dus we rekenen voor Jan Modaal met 1,2%.
Inflatie
Inflatie is een middel van de overheid om uitgaven te bevorderen en zo de economie te helpen. Inflatie wordt aangeduid als percentage waarmee jouw geld minder waard wordt (of de prijzen jaarlijks mee stijgen). Hier hebben we zelf dus helaas geen invloed op.
Door de jaren heen is de inflatie beweeglijk geweest. De Europese Centrale Bank (ECB) streeft echter naar een stabiele inflatie.
Op dit moment is de inflatie circa 2%. Dit komt overeen met de doelstelling van de ECB op de langere termijn.
Het effect van inflatie wordt vaak onderschat. Als je nu 1 miljoen euro aan vermogen hebt, is jouw koopkracht over 40 jaar, bij 2% inflatie, nog maar 445.000 euro. (Maar) 2% inflatie zorgt dus voor een verlies van meer dan de helft van jouw koopkracht.
Ook deze variabele kunnen we zelf (helaas) niet beïnvloeden. Dus rekenen we met de doelstelling van 2% inflatie.
Maak een berekening met alle variabelen
Nu we de belangrijkste factoren hebben bepaald kunnen we een berekening maken. Is één miljoen voldoende voor een goed pensioen?
Hoewel het voorbeeld sterk vereenvoudigd is, geeft het een goede indicatie van wat er mogelijk is. Samengevat nog één keer de gebruikte variabelen voor Jan Modaal op een rijtje:
- Belegbaar vermogen – 1 miljoen
- Uitgaven – 3.000 per maand
- Inflatie – 2%
- Belasting – 1,2%
- Rendement beleggingen – 4%
- Kosten op de beleggingen – 1%
- Resterende levensverwachting – 40 jaar
Bereken het zelf
Redt Jan het met één miljoen na zijn pensioen?
Het antwoord is nee. Want de verwachting is dat zijn geld op is na ongeveer 27 jaar en dus niet toereikend voor zijn levensverwachting van 33 jaar.
Red jij het met één miljoen?
Maar wanneer is het dan wel genoeg? Als we alle variabelen gelijk houden, kunnen we kijken wie er een levensverwachting van minder dan 27 jaar heeft (en dus genoeg heeft aan een miljoen). Dit geldt voor een man die ouder is dan 56 en een vrouw die ouder is dan 59 (de levensverwachting voor vrouwen is hoger).