Kosten van vermogensbeheer spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke beleggingsresultaten. Ze zijn een van de makkelijkst te beïnvloeden factoren voor beleggers die hun rendement willen verbeteren. Maar waar bestaan deze kosten precies uit, en waarvoor worden ze in rekening gebracht? Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste kostenposten bij vermogensbeheer, met een voorbeeld van een belegbaar vermogen van EUR 500.000.
Beheervergoeding
De beheervergoeding is een van de grootste kostenposten. Het zijn de kosten die de vermogensbeheerder rekent voor het beheren van de portefeuille. Hiervoor maakt de beheerder kosten, zoals research. Deze analyses variëren van economische trends tot diepgaande studies van bedrijven en sectoren.
Deze kosten van vermogensbeheerdalen meestal procentueel naarmate het vermogen groter is. Dit heet een degressief tarief. De kosten kunnen variëren tussen de 0,4% en 2,0% van het vermogen. Sommige vermogensbeheerders rekenen ook een vaste administratievergoeding per depot, tussen de EUR 2.000 en EUR 10.000 per jaar.
Bewaarloon / Service Fee
Het bewaren en administreren van effecten zoals aandelen en obligaties brengt kosten met zich mee. Een depotbank of een gespecialiseerde stichting rekent hier een bewaarloon voor. Deze kosten zorgen ervoor dat wordt bijgehouden hoeveel aandelen of obligaties u bezit en dat dividenden correct worden verwerkt. Hoewel het proces grotendeels geautomatiseerd is, blijven de kosten tussen EUR 400 en EUR 600 per jaar. Veel beleggers zijn zich hier echter niet van bewust.
Aan- en Verkoopkosten
De digitalisering heeft de kosten voor het kopen en verkopen van effecten flink verlaagd. Waar 20 jaar geleden de kosten nog rond 1% van de transactiewaarde lagen, zijn ze nu veel lager. Toch verschillen de kosten per bank en worden ze ook beïnvloed door de spread, het verschil tussen de aan- en verkoopprijs. In de praktijk liggen de kosten vaak tussen de EUR 400 en EUR 800, maar soms liggen ze ook hoger.
Valutakosten
Beleggen in effecten die niet in euro’s zijn genoteerd kan valutakosten met zich meebrengen. Als er effecten worden gekocht in een vreemde valuta, moeten deze eerst worden omgewisseld. Dit brengt kosten met zich mee, zowel bij aankoop als verkoop. Banken hebben verschillende tarieven voor valutatransacties. Deze kosten kunnen vaak hoger uitvallen dan de reguliere aan- en verkoopkosten. Controleer daarom altijd de tarieven van uw bank.
Fondskosten
Fondskosten zijn vaak minder zichtbaar omdat ze niet direct op de rekening van de belegger worden afgeschreven. Ze worden door het fonds zelf ingehouden en verwerkt in de waarde van het fonds. Dit maakt ze minder transparant. De hoogte van deze kosten hangt af van het type fonds. Fondsen die in staatsleningen beleggen zijn doorgaans goedkoper dan fondsen die actief zijn in opkomende markten. Fondskosten zijn niet degressief; ze dalen dus niet naarmate er meer vermogen in het fonds zit. Meestal liggen ze tussen de 0,20% en 1,20%, oftewel tussen EUR 1.000 en EUR 6.000 per jaar.
All-in Fee
Sommige vermogensbeheerders hanteren een all-in fee. Dit is een tarief waarin alle kosten (behalve fondskosten) zijn opgenomen. Dit maakt het overzichtelijker, maar pas op: sommige aanbieders verlagen de beheervergoeding of all-in fee, terwijl ze meer beleggen in hun eigen fondsen. Dit kan leiden tot hogere fondskosten. Deze trend is de laatste jaren vaker te zien.
Conclusie: Kosten van Vermogensbeheer
De kosten van vermogensbeheer verschillen sterk en kunnen oplopen tot meer dan 2% van het vermogen. Bij een verwacht rendement van 4% kan meer dan de helft naar kosten gaan. Daarom is het belangrijk om goed advies in te winnen, bij voorkeur van een onafhankelijke partij met betrouwbare informatie van verschillende banken en beheerders. Beleggen gaat niet alleen om kosten, maar ook om het netto rendement en de risico’s. Met deze kennis kunt u betere keuzes maken en uw resultaten optimaliseren. Voor meer tips en advies kunt u ons e-book bestellen om de juiste stappen te zetten voor succesvol vermogensbeheer.